En de andere twee delen van de trilogie, #2 BIAS en #3 RELAY?
Lana: In #2 BIAS wordt het publiek in hokjes opgedeeld op basis van schijnbaar onschuldige vragen die ze moeten beantwoorden. Dat zegt veel over de kunstmatige verschillen in de maatschappij, en over ongelijkheid. En in deze crisistijd zie je dat ook die verschillen duidelijker worden: wie kan het zich veroorloven om thuis te werken en veilig te blijven en wie niet? Het virus slaat veel harder toe in kansarme gebieden.
Tim: En in #3 RELAY verbeelden we ons een toekomst waarin de kunstmatige intelligentie het van de mensheid heeft overgenomen, eigenlijk een soort stroomversnelling van de technologische ontwikkeling die al gaande is. Zo’n crisis heeft het duidelijke effect dat processen die al in gang waren gezet versnellen, zoals de technologisering van de zorg en de digitalisering van communicatie. De toekomstvisie die we in de voorstelling ontvouwen stelt eigenlijk de vraag (zonder daarop al een antwoord te formuleren): is dit waar we naartoe willen?
Eigenlijk is jullie artistieke praktijk dus vrij coronabestendig.
Lana: Ik denk dat het in de aard van ons werk zit om altijd op de realiteit van dat moment te reageren; we waren al veel bezig met vragen die in deze crisistijd nog relevanter worden.
Marthe: Maar we botsen er ook mee, want eigenlijk bereiken we nu in ons creatieproces het moment dat we eigenlijk de vloer op zouden moeten en dat gaat nu niet. Daarom verleggen we de focus van ons ontwikkelingstraject naar de professionaliseringsslag die we in een later stadium wilden maken, het bouwen aan onze organisatie, gesprekken voeren met boekers en programmeurs, etc. Dingen die we altijd al wilden doen maar waar we niet aan toe kwamen vanwege de productiedrang. En voor de voorstelling zelf betekent het dat we nu meer bezig zijn met het digitale aspect ervan, zoals de website waarop mensen zelf herinneringen kunnen achterlaten. En we bedenken manieren waarop we de voorstelling geschikt kunnen maken voor de anderhalvemetersamenleving. Eigenlijk past fysieke afstand echter wel goed bij de voorstelling, omdat het juist over iets niet-fysieks als herinnering gaat, iets ontastbaars dat ons met elkaar verbindt. Het kan het juist sterker maken dat de fysieke afstand op de een of andere manier overbrugd moet worden.
Komen jullie vanwege de crisis in financiële nood?
Marthe: Vanwege de Subsidie Nieuwe Makers zitten we gelukkig redelijk safe, dat is best wel een luxepositie. Als ik om me heen kijk komen heel veel jonge kunstenaars in grote problemen.
Tim: In Vlaanderen is het een groot probleem dat er veel met interim contracten wordt gewerkt en die geven je geen basis voor zelfstandigenondersteuning vanuit de overheid.
Lana: Je komt alleen in aanmerking voor tegemoetkoming als je zwart op wit kan aantonen dat er speelbeurten zijn weggevallen. Ik heb wel het gevoel dat wij als kunstenaars zo gewend zijn om in onzekerheid te leven dat het misschien daarom minder impact heeft dan op andere mensen.
Denken jullie vanwege deze crisis anders na over de thematiek van jullie werk?
Tim: Ik vind deze periode ook vrij interessant, we moeten op een heel andere manier nadenken over hoe je je publiek echt kan ‘bereiken’, in de zin van een gevoel van verbintenis creëren.
Lana: Ik moest denken aan het concept van ‘interbodily resonance’ waar we nu onderzoek naar doen. Bij activiteiten die je samen doet en waarbij je de krachten bundelt, zoals collectieve rituelen (zoals bij voorbeeld de 2 minuten stilte bij dodenherdenking) of gezamenlijke arbeid, krijg je dezelfde input en impulsen en vervaagt het individu: je krijgt de fysieke ervaring van opgaan in het collectief. Dat roept in deze tijden de vraag op: vergt dat gevoel een fysiek samenzijn, of kan je dat ook via een digitale verbinding bereiken?
Tim: Ja dat is wel de reden dat een videoregistratie van een voorstelling voor mij niet werkt, je voelt je niet samen met andere kijkers. Hou zouden we dat gevoel kunnen nabootsen?
Marthe: Ik vind daarin de voorstelling Watchapp #1: Emmi en Leo van het Antwerpse gezelschap SKaGeN heel sterk: daarin word je aan een appgroep toegevoegd en volg je vervolgens het app-gesprek tussen twee vreemden die verliefd op elkaar worden. Dat voltrekt zich niet binnen een uur maar in de loop van drie weken, met de snelheid waarmee appen echt gaat dus. Dat voyeuristische heeft iets heel aantrekkelijks.
Tim: Ja dat is dus het positieve van deze tijd, dat we nadenken over hoe we in een virtuele setting een bepaald gevoel van intimiteit kunnen creëren.